Gezondsheidsklachten van de kinderen, hoe werkt het contact tussen arts en gescheiden ouders?

Welke medische gegevens mag een arts van gescheiden ouders delen?

Ouders van minderjarige kinderen hebben recht op informatie over de gezondheidstoestand en medische behandeling van hun kind. Ook als ze gescheiden zijn. Welke medische informatie moeten of mogen artsen met gescheiden ouders delen?

Wat zijn de belangrijkste juridische regels?

Ouders die het ouderlijk gezag hebben, moeten samen of ieder afzonderlijk toestemming geven voor de medische behandeling van kinderen tot zestien jaar. Zij zijn hun wettelijke vertegenwoordigers en nemen voor hun kind de patiëntrechten waar.

Kinderen vanaf twaalf jaar beslissen zelf ook mee over hun behandeling. Is een kind jonger dan twaalf jaar, dan beslist het zelf niet mee, maar heeft het wél recht op medische informatie. De arts moet de inhoud van die informatie uiteraard afstemmen op het bevattingsvermogen van het kind. Vanaf zestien jaar beslissen jongeren zelfstandig over hun behandeling. Vanaf die leeftijd hoef je als arts de ouders niet meer te informeren of om toestemming te vragen.

Hoe weet een arts wie er ouderlijk gezag draagt?

Het Centraal Tuchtcollege heeft bepaald dat hulpverleners bij de intake van een kind van onder de zestien jaar moeten informeren naar de ouderlijke gezagsverhoudingen. Bij twijfel kunnen behandelaars het Centraal Gezagsregister raadplegen. Dat is een openbaar register. Bij alle rechtbanken kan een uittreksel worden aangevraagd. Als blijkt dat slechts één van de ouders het ouderlijk gezag heeft, dan beslist de ander niet mee over de behandeling. Deze ouder heeft ook geen inzagerecht in het medisch dossier.

Geen gezag toch antwoorden?

De ouder die geen ouderlijk gezag heeft moet zich wel een beeld kunnen vormen van de gezondheidstoestand van zijn of haar kind, maar de arts mag zich beperken tot globale, feitelijke informatie. Op vragen als: ‘Heeft mijn kind de afgelopen tijd gezondheidsproblemen gehad?’ hoort de arts te antwoorden. Voor het verstrekken van die informatie hoeft hij geen toestemming te vragen aan de ouder die wel ouderlijk gezag heeft. Maar op een vraag als: ‘Vindt u het ook niet toevallig dat mijn kind veel vaker in bed plast, sinds ze minder contact met mij heeft?’ hoeft hij of zij niet te reageren. Ook de vraag: ‘Is mijn kind gisteren op het spreekuur geweest en wat was er precies aan de hand?’ mag de arts onbeantwoord laten.

Informatieplicht bij gezag dragende ouders

De ouder die de dagelijkse zorg heeft over een kind, moet de andere ouder informeren over alle belangrijke medische zaken rond het kind. Dat heeft het Centraal Tuchtcollege in een aantal uitspraken bepaald. Het is ook de plicht van gescheiden ouders zélf om het aan de arts te laten weten als ze van mening verschillen over de behandeling van hun kind.

Als een van de ouders vindt dat hij niet voldoende wordt geïnformeerd, mag de arts ervan uitgaan dat hij dat zelf kenbaar maakt. Heeft die ouder ook het ouderlijk gezag, dan heeft hij recht op inzage in het medisch dossier en is de arts verplicht om relevante medische informatie met deze ouder te delen. Voordat de arts overgaat tot een ingrijpende behandeling, is het belangrijk om zeker te weten dat beide ouders zijn geïnformeerd en toestemming hebben gegeven. Mocht één van de ouders onbereikbaar zijn, dan moet de arts doen wat in redelijkheid kan worden gevraagd om contact te krijgen.  Bijvoorbeeld door de ouder schriftelijk te laten weten wat het behandelvoorstel is en waarom dit noodzakelijk is.

Kind wil niet dat ouders worden geïnformeerd

Het uitgangspunt is dat de ouders wél geïnformeerd worden. Een arts heeft de plicht om dat te doen. Dat moet ook aan een kind uitgelegd worden. Maar in het kader van goed hulpverlenerschap mag de arts afzien van het verstrekken van informatie.’ Bijvoorbeeld als een kind van veertien om een recept voor de pil vraagt en niet wil dat beide ouders daarover worden geïnformeerd. Per geval moet de arts besluiten wat zwaarder weegt: het belang van het kind of van de ouder(s). Is het kind zestien jaar of ouder, dan hoeft deze de ouders niet meer te informeren.

Ouders niet op één lijn

Het belang van het kind moet altijd vooropstaan voor een arts. Bij spoedgevallen, bijvoorbeeld bij een acute blindedarmontsteking of na een ernstig ongeluk, is het duidelijk. Dan hoef je niet op toestemming van de ouders te wachten, maar mag de arts een  behandeling starten en de ouders achteraf informeren?  Als er geen sprake is van een spoedgeval en één van beide ouders met gezag weigert toestemming te verlenen, dan heeft de andere ouder de mogelijkheid om de rechter om vervangende toestemming voor de medische behandeling te vragen. Met deze toestemming is het voor de arts mogelijk de medische behandeling te starten.

Als een arts kindermishandeling vermoed

Als een arts sterke vermoedens heeft van kindermishandeling en nader diagnostisch onderzoek naar diens oordeel noodzakelijk is, dan is daarvoor in principe toestemming nodig van de ouders met gezag. Als ouders die toestemming niet geven, dan kan de arts aan kinderen tot twaalf jaar toch hulp bieden. Dat kan als die hulp dringend noodzakelijk is om ernstig nadeel voor het kind te voorkomen. Voorwaarde is wel dat de arts er alles aan heeft gedaan heeft om toestemming van beide ouders met gezag te krijgen én van oordeel is dat de weigerende ouder zich niet laat leiden door het belang van het kind.

Aan kinderen vanaf twaalf jaar kan hulp geboden worden zonder toestemming van de ouder(s) met gezag als het kind zelf toestemming geeft en de hulp noodzakelijk is om ernstig nadeel voor het kind te voorkomen. Of als het kind de hulp weloverwogen blijft wensen, ondanks het ontbreken van toestemming van de ouder(s) met gezag. Is niet voldaan aan deze criteria, dan moet de arts het Stappenplan Besluitvorming Hulp volgen.

Als een van de ouders zo’n behandeling wil stopzetten, omdat hij/zij vindt dat deze niet nodig is, dan blijft het belang van het kind en het principe van goed hulpverlenerschap vooropstaan. Als duidelijk is dat het kind nadelige gevolgen ondervindt van het stopzetten van de behandeling, oordeelt die ouder niet in het belang van zijn of haar kind en kan de arts besluiten de behandeling toch voort te zetten.

In principe blijft de plicht om te informeren bestaan, ook als ouders de behandeling willen stopzetten. Het is belangrijk dat ouders blijven weten hoe het met hun kind gaat JUIST VOOR HET KIND ZELF!